Fiscale behandeling van agent fees 2017-2021
HUIDIGE STATUS EN INHOUD VAN DE VSO (nov 2017)
- De VSO is een Vaststellingsovereenkomst tussen enerzijds de belastingdienst en anderzijds de Nederlandse BVO’s.
- Momenteel ligt de door de belastingdienst gemaakte finale versie ter aanvaarding bij de clubs. De clubs hebben de afgelopen jaren met hetzelfde financiële belang als de intermediairs onderhandeld over de inhoud van die VSO, maar zonder veel succes. De intermediairs zijn geen partij bij de VSO (want geen belastingplichtigen in deze structuur) en mede daarom buiten de gesprekken gehouden.
- De ingangsdatum van deze VSO is 1 januari 2017. De einddatum is 30 juni 2021. Begin 2020 zal evaluatie plaatsvinden.
- Als een club de VSO aanvaardt, zal geen naheffing plaatsvinden over de jaren vóór 2017. Dat vinden clubbestuurders een prettig idee. Ook anderszins zal de belastingdienst geen strobreed meer afwijken van de huidige inhoud. Naar verwachting gaan de clubs daarom de VSO aanvaarden.
- Het uitgangspunt van de VSO is dat de intermediair zijn dienst volledig aan de speler verricht;
- De intermediair richt zijn factuur echter aan de club en de club betaalt die factuur;
- De BTW op die factuur zal voor de club helemaal (100%) niet meer aftrekbaar zijn;
- Op een factuur van een buitenlandse intermediair aan een NL club wordt de BTW verlegd: die BTW is voor de NL club evenmin aftrekbaar – er is dus geen concurrentievoordeel.
- Het factuurbedrag inclusief BTW gaat netto loon van de club aan de betreffende speler vormen;
- De club moet dit bedrag dus bruteren: het verschil tussen het gebruteerde bedrag en het netto loonbedrag dient door de club als loonheffing te worden afgedragen aan de belastingdienst. Overigens zitten hier een aantal drempels en maxima aan: de details hiervan zijn mij nog niet bekend, omdat wij geen partij zijn bij de VSO;
- De club betaalt de rekening: de speler krijgt dus niet minder netto loon van de club, en evenmin hoeft de speler zoals in Engeland extra inkomstenbelasting af te dragen. Wel zullen clubs naar verwachting hun extra kosten (± 5 miljoen euro per jaar) doorberekenen via lagere vergoedingen aan hun contractspartners, waaronder m.n. ook intermediairs en spelers;
- Het uitgangspunt is dus dat de intermediair zijn dienst volledig aan de speler verricht. Er zijn natuurlijk ook situaties waarin de intermediair zijn dienst daadwerkelijk geheel of gedeeltelijk aan de club verricht: in dat geval heeft de club de bewijslast naar de belastingdienst om aan te tonen dat de dienst aan de club is verricht en dat de aftrek-uitsluiting BTW en de loonheffing (geheel of gedeeltelijk) achterwege kunnen blijven.
- De belastingdienst neigt ernaar om er bij een vergoeding voor de intermediair in de vorm van een % transfersom, van uit te gaan dat de dienst in ieder geval gedeeltelijk aan de club is verricht. Hoeveel dat ‘gedeeltelijk’ dan is en of dat ook ‘geheel’ kan zijn, is nog niet bekend;
- De speler is niet de betaler van de loonheffing, maar formeel wel de belastingplichtige van die loonheffing. Dat betekent dat een speler, die van mening is dat de betaling van de club aan de intermediair niet of niet geheel ziet op een dienst aan hem (de speler), in zijn aangifte inkomstenbelasting bezwaar kan maken tegen die extra loonheffing. In een succesvolle procedure zal de belastingdienst die door de club betaalde extra loonheffing dan uitbetalen aan de speler. De toekomst moet uitwijzen of dit een reële kans of slechts een hypothetische situatie is.
- Op mijn recente vraag aan de hoofdinspecteur waarom niet simpelweg het Engelse systeem van clearing house en 50%/50% in de VSO is overgenomen, antwoordde hij dat de Engelse belastingdienst niet zo tevreden is met die regeling en overweegt de regeling aan te scherpen. De gevolgen van de VSO zijn de volgende;
AANDACHTSPUNTEN VOOR DE INTERMEDIAIR
- In de manier waarop de intermediair factureert en administreert, verandert helemaal niets (als hij voor de club optreedt, dan zal hij dit in de factuuromschrijving wel zorgvuldig moeten verwoorden);
- In de manier waarop de intermediair zijn resultaat berekent, verandert helemaal niets;
- Indien een intermediair van mening is dat hij in een bepaalde transactie zijn dienst aan de club en niet aan de speler heeft verricht, is hij gebaat bij een goede dossieropbouw samen met de club. Dat begint bij een goede overeenkomst, die vastlegt wat de specifieke situatie is en wat de intermediair precies voor de club doet. Geen standaard-overeenkomst dus! Daarnaast zal de intermediair in correspondentie met die club niet moeten spreken over ‘zijn speler’, ‘zijn cliënt’ of ‘het voeren van onderhandelingen namens de speler’. De speler dient zich eveneens te onthouden van publieke uitspraken die een vaste samenwerking met de intermediair impliceren. Dat vereist aandacht. Het risico is namelijk dat de club het dossier niet sterk genoeg vindt om de discussie met de belastingdienst aan te gaan: en dat zou voor de intermediair wel eens tot een lagere finale vergoeding kunnen leiden, als die ruimte er nog is. Het omgekeerde is wellicht ook mogelijk. Ik kan me voorstellen dat een overeenkomst club-intermediair hierover in de toekomst een specifieke bepaling gaat bevatten.
- Het zou op basis van deze VSO aantrekkelijker kunnen worden (zie punt i hiervoor) om een lagere reguliere commissie bij de club te bedingen en een hoger aandeel in een toekomstige transfersom.
Patrice van Oostaijen
Amsterdam, 9 november 2017